Je kent het misschien wel: je bent moe en hebt trek in iets zoets. Van de snelle suikers (zoals frisdrank, vruchtensap of snoep) gaat je bloedsuikerspiegel snel omhoog. Je voelt je even lekker, maar daarna krijg je door het aanmaken van insuline weer een lagere bloedsuikerspiegel en krijg je een ‘suikerdip’. Je voelt je niet alleen nog vermoeider, maar soms ga je zelfs trillen, zweten of ben je misselijk. Met deze handige tips weet je hoe je een suikerdip in het vervolg kunt voorkomen!
1. Neem een niet te grote lunch
Als je uitgebreid luncht, zorgt dit er eigenlijk voor dat je indut. Je lichaam is druk bezig met het verwerken van het voedsel. Het lichaam stuurt veel bloed naar het maag-darmkanaal. Zo stroomt er minder bloed naar de hersenen, waardoor je je bijvoorbeeld trillerig kan gaan voelen.
2. Verdeel de maaltijden goed
Verdeel de maaltijden goed over de dag en neem tussendoortjes. Maak gebruik van 3 hoofdmaaltijden en 3 tussendoortjes en laat hier telkens 2 tot 3 uur tussen. Hierdoor zal je lichaam de hele dag voedsel hebben om energie van te maken.
3. Gebruik complexe koolhydraten
Een portie fruit, een koekje of snoepje voor het tegengaan van een suikerdip zal niet goed helpen. Dit zijn snelle, eenvoudige koolhydraten. Die snel worden opgenomen in het lichaam maar ook snel worden afgebroken. De energie die je hier dus van krijgt zal maar kort duren (30 minuten). Suikerrijke drankjes zullen je 10 minuten wat extra energie geven maar dit zal na 15 minuten snel weer verdwijnen.
Wat dan wel? Een volkoren cracker met hartig beleg, tomaatjes, komkommer en worteltjes, yoghurt met noten of havermout.
4. Gebruik verzadigende producten
Zorg voor verzadigende producten bij je maaltijden. Gebruik complexe koolhydraten in combinatie met wat vet en eiwitten waardoor de afbraak nog langzamer gaat. Voeg avocado, noten, vleeswaren, vis, eieren toe aan je hoofdmaaltijden of tussendoortjes.