Stel je voor: je bent op bezoek bij je vader. Als je binnenkomt, valt het je op dat zijn woning rommelig is. Ook is je vader wat suf, terwijl hij anders altijd helder en alert is. Het lijkt alsof hij niet oplet tijdens jullie gesprek. Soms valt hij zelfs bijna in slaap. Hij geeft aan dat hij zich niet zo goed voelt, maar als je doorvraagt raakt hij geïrriteerd. Later hoor je van de buurvrouw dat je vader die nacht blijkbaar veel heeft gedroomd; zij hoorde hem midden in de nacht roepen. Je maakt je ongerust. Wat kan er aan de hand zijn? Het is goed mogelijk dat je vader een delier doormaakt.

 

Wat is een delier?

Een delier is een verwardheid die snel (binnen enkele uren of dagen) ontstaat. Deze acute verwardheid wordt veroorzaakt door een ziekte, zoals een urineweginfectie. Ook bijvoorbeeld uitdroging, obstipatie en pijn kunnen voor een delier zorgen.

Wat zijn de symptomen van een delier?

Iemand met een delier kan erg onrustig zijn, of juist stil en teruggetrokken. De onrust neemt vaak in de loop van de dag toe en is ’s avonds en ’s nachts het meest ernstig. Het bewustzijn vermindert; vaak ziet iemand dingen die er niet zijn. Het is te vergelijken met ijlen bij hoge koorts.

Hoe wordt een delier behandeld?

Vaak kan de oorzaak van de delier behandeld worden. Dus wanneer een urineweginfectie de verwardheid veroorzaakt, wordt de infectie bestreden. Wanneer die kwaal geneest, verdwijnt ook de delier. Soms kan een huisarts ook tijdelijk een rustgevend medicijn voorschrijven. Dit medicijn helpt tegen onrust of angst die door de delier ontstaat.

Wat kan ik doen?

Het belangrijk om degene die een delier heeft niet alleen te laten. Je kunt helpen door voor rust te zorgen, diegene gerust te stellen en van goede voeding en voldoende vocht te voorzien. Ook kun je iemand met een delier helpen om zich te oriënteren: de bril opzetten, het hoorapparaat indoen en overdag de gordijnen openen.

Als iemand eenmaal een delier heeft gehad, is hij of zij kwetsbaar voor herhalingen. Let daarom extra op en neem meteen contact op met je huisarts als je twijfelt of er weer iets aan de hand is.