Denk jij bij iemand met dementie aan iemand die erg in de war is, veel hulp nodig heeft en geen controle meer heeft over zijn of haar leven? Iemand die in een beschermde woonvorm woont waar je eigenlijk niet veel mee te maken hebt? Niets is minder waar! Ruim 65% van de mensen met een dementie woont thuis, met de hulp van een mantelzorger en eventueel thuiszorg. Het kan dus heel goed gebeuren dat je iemand met dementie op straat of in de supermarkt tegenkomt. Diegene kan jouw hulp misschien goed gebruiken.
Laten we het voorbeeld van de supermarkt nemen. Het kan zijn dat je iemand tegenkomt die een product zoekt. Of iemand die niet moeite heeft met afrekenen en een rij wachtende mensen ophoudt. Het kan zijn dat diegene dementie heeft (hoewel je dat misschien niet zeker kunt weten). Wat kun je in zo’n situatie doen?
1. Benader de persoon vriendelijk. Vraag of je hem of haar kunt helpen. En niet vanaf een afstand; kom dichtbij.
2. Als het om betalen gaat: stel iemand gerust. Hij of zij voelt zich waarschijnlijk al heel opgelaten. Laat daarom je ongeduld zo min mogelijk merken. Geef aan dat iemand zich niet hoeft te haasten en bied aan om te helpen. Tel bijvoorbeeld samen de muntjes.
3. Probeer goed te luisteren als iemand wat probeert uit te leggen. Soms kunnen mensen zich minder goed uitdrukken. Geef aan als u niet begrijpt wat iemand zegt. Probeer samen te ontdekken wat iemand bedoelt. Als het uitleggen niet lukt, laat iemand dan iets aanwijzen of opschrijven. Dit lukt soms nog wel.
4. Neem de tijd. Het verwerken van informatie gaat langzamer bij iemand met dementie. Stel één vraag tegelijk, maak oogcontact en maak gebruik van gebaren.
Uit angst om te falen kunnen mensen met dementie zich terugtrekken. Laten we met elkaar mensen de tijd en ruimte geven om hun om hun dagelijkse leven zo lang mogelijk te blijven volhouden. Zo zorgen we met elkaar voor een dementievriendelijke samenleving.