Wat is afasie?
In Nederland hebben ongeveer 30.000 mensen afasie en elk jaar komen er een kleine 10.000 nieuwe patiënten bij. Afasie is een taalstoornis die kan optreden na hersenletsel. De letterlijke betekenis van afasie is ‘niet spreken’. Door afasie kunnen mensen problemen ervaren in het spreken, begrijpen, lezen en/of schrijven. De symptomen variëren per patiënt.
Hoe ontstaat afasie?
Het kan het gevolg zijn van een (verkeers-)ongeluk of een hersentumor, maar de meest voorkomende oorzaak van afasie is een beroerte.
Hoe kan je afasie behandelen?
Logopedie kan de gevolgen van afasie beïnvloeden. De logopedist stemt de behandeling af op de stoornissen en beperkingen in de taal en communicatie. De logopedist houdt hierbij rekening met de ernst en aard van het hersenletsel. De behandeling wordt vormgegeven op basis van de hulpvraag en doelen van de cliënt, de wetenschappelijke aanwijzingen en het professioneel oordeel van de logopedist.
Woordvindstoornissen
Een stoornis in het spreken wordt als meest storend ervaren door de patiënt. Een stoornis in het spreken die vaak voorkomt is een woordvindstoornis. Dit heeft een flinke impact op de dagelijkse communicatie. Een goede diagnose en juiste behandeling bij woordvindstoornissen is daarom belangrijk.
Hoe stel je woordvindstoornissen vast?
Woordvindstoornissen worden meestal gediagnosticeerd door middel van een benoemtest, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Benoem Test (NBT). Uit eerder onderzoek is gebleken dat de NBT een betrouwbare en valide test is om woordvindstoornissen te diagnosticeren bij mensen met afasie.
Nieuw onderzoek
Lotti Dijkhuis onderzoekt het effect van leeftijd en opleidingsniveau op de NBT. Aan de ene kant ervaren gezonde volwassenen toenemende woordvindstoornissen bij het ouder worden. Aan de andere kant groeit je woordenschat als je ouder wordt. De wisselwerking van deze factoren heeft zeer waarschijnlijk invloed op de prestatie bij een benoemtest. Daarnaast blijkt uit de literatuur dat opleidingsniveau ook invloed heeft op het benoemen bij gezonde volwassenen. Het effect van leeftijd en opleidingsniveau zijn tot op heden nog niet onderzocht binnen de NBT. Deze informatie is cruciaal om een juiste en passende diagnose te kunnen stellen bij mensen die woordvindstoornissen ervaren.